In deze aflevering: Hashim Jansen en Guy Tavares. Serie reportages waarin jonge en oudere makers afkomstig uit verschillende culturen een persoonlijk beeld schetsen van de veranderende samenleving. In deze aflevering: Hashim Jansen en Guy Tavares. Hashim Jansen (35) is katholiek opgevoed en wilde priester worden. Maar als hij de Koran bestudeert, wordt hij gegrepen door het islamitische geloof. Hij volgt een studie van vijf jaar in Damascus en gaat daarna werken als imam in een moskee in Zeeland. Maar als ze er daar achter komen dat hij homoseksueel is, wordt hij ontslagen, ook al maakt hij duidelijk dat hij niet praktiseert. Een commissie besluit dat hij in geen enkele moskee in Nederland mag werken als imam. Hashim :‘Het breekt je als mens. Ze nemen mij mijn roeping af. Ze denken dat ik er voor gekozen heb om homo te zijn”. Na een depressieve periode vindt Hashim een nieuwe roeping: moslimjongeren met een andere geaardheid helpen en het opzetten van een “inclusieve moskee”, waar iedereen welkom is die in andere moskeeën wordt buitengesloten. Dit jaar nog zal deze moskee geopend worden. Hashim is zich bewust van de risico’s om openlijk als homoseksuele imam in Nederland naar buiten te treden. Al eerder werd hij met de dood bedreigd, waarvan hij aangifte deed bij de politie. Hashim: ‘Het voelt als een juk van god. Iemand moet dit doorbreken”. Guy Tavares heeft zich verschanst in de kelder van zijn huis. Hij was als kind eerst bang: zijn familie is getraumatiseerd in concentratie- en Jappenkampen. Daarna was hij vooral boos: als kind werd Guy door iedereen gepest, tot de leraar aan toe. Maar toen hij in de punkscene terecht kwam kon hij op het drumstel zijn boosheid kwijt. Daar kwam hij mensen tegen die hem wél begrepen. Vanuit zijn kelder produceert Guy – alias Motorwolf - vinylplaten, donkere acid en techno. Guy zet zijn drie zoons gasmaskers op om hen voor te bereiden op de derde wereldoorlog. Zijn vrouw Dorien waakt op de achtergrond er voor dat Guy en hun kinderen niet al te ver in die oorlogsfantasie verdwalen.

Bron: NPS