De stoere Jari woont met zijn twee broers, zusje en ouders op een hobby boerderij in Beckum. Zijn vader is vrachtwagenchauffeur en moeder Marieke heeft een hondentrimsalon aan huis. Verder dan Twente komt Jari bijna nooit, maar dat hoeft ook niet want er is genoeg te beleven bij de familie Scholten. Zo hebben ze paarden, honden, konijnen, parkieten, ratten en wurgslangen. In de achtertuin staan ook nog koeien. Die worden niet gemolken maar gaan naar het slachthuis als ze oud genoeg zijn. Samen met zijn broer Chiel springt hij zonder angst over hoge bulten op de motorfiets. Geregeld vallen ze in de prijzen met crosswedstrijden. Zijn grootste droom: wereldkampioen worden. Als Jari niet op zijn motor of tractor zit, dan bouwt hij met zijn vrienden hutten in het bos of schieten ze er op los met de luchtbuks. De opgewekte Kasper woont met zijn ouders en zus in een groot vrijstaand huis in Culemborg. Zijn ouders hebben een biologische bakkerij waar ze super druk mee zijn. Kaspers vader slaap overdag, zodat hij 's nachts de broden kan afbakken. Als Kasper komt helpen wordt hij beloond met zijn lievelingsgebakje. Ondanks dat zijn ouders veel tijd kwijt zijn met de bakkerij, maken ze regelmatig een uitstapje met het gezin. De creative bakkerszoon wil zelf geen bakker worden, maar timmerman. Hij houdt ervan om dingen te maken en zichzelf te ontwikkelen. Tijdens zijn wekelijkse circusles werkt hij aan zijn show skills. Deze lieve jongen, hangt dan namelijk als een echte acrobaat hoog in de trapeze, fietst op de eenwieler of slingert een diabolo in de lucht. Hoe vindt Kasper het tussen al die dieren? Durft hij te scheuren op een crossmotor en weet hij de honden een goede knipbeurt te geven? Schuilt er een acrobaat in Jari? En bakt hij er wat van tijdens zijn opdracht?

Bron: KRO-NCRV, KRO en NPO Zapp