Jemuël woont samen met zijn ouders, twee broertjes en zusje in Almere. Een huis vol, maar erg gezellig. Hij ruilt met de Japanse Kaito die nu, op 11-jarige leeftijd, al de blauwe band in karate heeft. De 11-jarige Jemuël deelt zijn slaapkamer met zijn twee broertjes. Hij vindt het erg gezellig met zijn broertjes op de kamer. Zijn moeder Nicole is van Surinaams-Javaans-Indiase komaf en vader Mitchell heeft een Joods-christelijke achtergrond. Zijn stiefvader is Nigeriaans, daar heeft hij veel van meegekregen in de opvoeding. Bij Jemuël thuis koken ze veel Surinaams en Nigeriaans. De familie is niet gelovig, maar leren de kinderen wel over verschillende geloven en dat ze dat elk geloof moeten respecteren. Het gezin is eigenlijk altijd samen, dat vinden ze heel belangrijk. Elke week gaan ze naar de markt en in het weekend maken ze vaak een uitstapje. Nicole en Mitchell houden heel erg van koken. Ze betrekken de kinderen daar ook heel erg bij. Het is belangrijk dat de kinderen helpen in het huishouden. Omdat het zo'n groot gezin is, zijn er daardoor veel taakjes. Gelukkig vinden ze dit meestal wel leuk om te doen. Kaito woont samen met zijn Japanse moeder, Nederlandse vader en jongere broertje in een groot rijtjeshuis in Amstelveen. In de woonkamer zie je een speciale Japanse tafel staan. Het is een lage houten tafel waar de familie op een speciale manier aan zit. Kaito moet tijdens het eten met stokjes eten. Als hij noodlessoep eet, dan mag hij de soepkom niet op tafel laten liggen, maar optillen en slurpend drinken. Dit zijn voorbeelden van Japanse etiketten waarvan moeder het belangrijk vindt, dat haar kinderen zich daaraan houden. Kaito is een lieve, leuke gezellige en sociale jongen. Hij heeft in zijn kamer een keyboard staan waar hij regelmatig op speelt. Keyboard spelen is niet zijn enige hobby. Hij is ook mega sportief. Zo zit hij op hockey en tennis en volgt hij twee keer per week karatelessen.

Bron: KRO-NCRV, KRO en NPO Zapp