De problemen van Maurits Jan Westhoven beginnen op de eerste dag van zijn leven. Tijdens de geboorte krijgt Maurits Jan een hartstilstand en de kleine, kersverse baby krijgt elektrische schokken en dat leidt weer tot een hersenbeschadiging. Ook heeft hij een klompvoet en alsof dat niet genoeg is loopt hij een virus op. Maurits Jan is dan pas vier maanden oud, maar heeft dan al een hele bak ellende over zich heen gekregen. Omdat de bak ellende blijkbaar nog niet vol is, wordt er een paar jaar later ook nog eens autisme geconstateerd. Vanwege het werk van zijn vader verhuist het hele gezin naar Saoedi-Arabië en daar heeft peuter Maurits Jan het enorm naar zijn zin, want op de compound waar ze wonen is iedereen lief en aardig tegen het kwetsbare jongetje. Maar als het gezin na vijf jaar terugkomt naar Nederland, is de cultuurshock voor Maurits Jan enorm groot. Op de basisschool is hij een niet-begrepen buitenbeentje en wordt hij enorm gepest en hij heeft ook geen vriendjes. Niemand wil met hem spelen. Het antwoord van Maurits Jan is dat hij een enorm driftig kind wordt met een metershoge muur om zich heen. Alleen in de natuur voelt hij zich nog prettig. Vader is vaak voor zijn werk in het buitenland en Maurits Jan mist hem enorm. Om dat gevoel te compenseren gaat Maurits Jan wiet roken en vaak moet hij van het politiebureau worden gehaald, omdat hij bijvoorbeeld weer eens wat gestolen heeft en uiteindelijk komt hij in een crisiscentrum terecht. Maar de eenzaamheid blijft, vooral omdat hij het gevoel heeft dat niemand hem erkenning en liefde geeft. Steeds dieper glijdt Maurits Jan weg in de poel van drugs gebruiken en liters drank drinken. Hij verandert met een sneltreinvaart in een onhandelbare junk en een crimineel. Maar op een dag lijkt het leven ineens te veranderen, want hij is verliefd. Maar als de vriendin zwanger raakt en samen met Maurits Jan blijft drinken en blowen, komt er zo vaak ruzie dat de relatie niet stand kan houden. Zijn vriendin verdwijnt, maar al snel is er een ander, een meisje uit de Filipijnen. Ook zij raakt snel zwanger en weer houdt de relatie geen stand. Maurits Jan duikt nog dieper in de drank en cocaïne en uiteindelijk heeft hij alleen nog zogenaamde vrienden in de onderwereld. Weer is zijn zoektocht naar een goede relatie of vriendschap zwaar mislukt. Een heel goede vriend neemt Maurits Jan weleens mee naar zijn kerk en gek genoeg voelt Maurits Jan zich daar wel goed bij. Niet dat hij iets heeft met God of geloof, maar de rust doet hem goed. Dan besluit Maurits Jan zich op te laten nemen in opvangcentrum De Hoop. Ook daar is hij in eerste instantie een heel moeilijke jongen die overal tegenaan trapt en soms ook terugvalt in oude gewoontes. Als Mirjam Bouwman in een dierenpark Maurits Jan ontmoet, ziet ze een man met een glimlach en met een grote leguaan op zijn schoot. Hij vertelt open over zijn worstelingen en zijn uiteindelijke keus om het roer volledig om te gooien.

Bron: EO